Architectenbureau Jan van der Eerden
|
|
In 's-Hertogenbosch restaureerde ik
ongeveer 45 monumenten geheel of gedeeltelijk. Voor een twintigtal
monumenten maakte ik in opdracht ontwerpen die daarna niet door mijzelf
maar door andere architecten onder hun naam werden uitgevoerd. Daarnaast
realiseerde ik een tiental winkelverbouwingen.
Buiten 's-Hertogenbosch restaureerde ik 25 monumenten in
16 gemeenten, verspreid over het hele land. Tien ontworpen plannen kwamen
niet tot uitvoering. Verder kwamen er in 25 gemeenten buiten Den Bosch ook
nog ruim 30 nieuwbouwplannen tot uitvoering die hebben bijgedragen aan de
kwaliteit van de monumentale omgeving. |
|
Nieuwbouwprojecten
Hier volgt een kleine keuze van mijn nieuwbouwprojecten
buiten en binnen Den Bosch. |
|
Vlissingen, Lange
Zelke (1964)
Winkel met daar boven een riante woning met aan de
achterzijde een groot woonbalkon. De Lange Zelke werd in de jaren zestig
geheel gesloopt en gemoderniseerd herbouwd. Om enige herinnering aan de
oude historische sfeer te bewaren, ontwierp ik voor mijn aandeel in de
gevelwand een ‘gesloten’ voorgevel met ‘empire’ vensters. |
|
Zaandam, Westzijde (1966)
Hier bouwde ik een moderne winkel met riante bovenwoning
in een redelijk bewaard gebleven historische straatwand. Aan de
achterzijde van het woonhuis een dakterras met boeiend uitzicht op de
Zaan. Het was voor mij een uitdaging hier iets bijzonders van te maken dat
zich voegde in de historische omgeving. |
|
Apeldoorn, Hoofdstraat (1976)
Winkel met streekmagazijn en twee riante bovenwoningen
met een overdekt terras. Om de sfeer van de 19e eeuwse omgeving niet meer
dan nodig te verstoren, werden de gevels gebouwd in handvorm baksteen. |
|
Woudrichem, Arsenaal (1974)
Op voorstel van de Bond Heemschut (namens deze
ir.A.J.Gerritse, gepensioneerd hoofdingenieur-directeur van
Volkshuisvesting en Bouwnijverheid in Noord-Brabant) besloot de gemeente
Woudrichem het niet-beschermde deel van de historische bebouwing niet te
vervangen door een ring van moderne flatwoningen langs de binnenzijde van
de wallen. Hierdoor kreeg ik de opdracht op de toen al lege plek tegenover
het Arsenaal enkele ‘premie’woningen volgens de hedendaagse voorschriften
te bouwen. Het werden er zeven, met allemaal standaard hetzelfde
grondplan. De uiterlijke vormgeving inspireerde ik op een bewaard gebleven
stadsgezicht op een schilderij van Willem Koekkoek.
Bovendien kon ik in de directe omgeving enkele
voormalige stadsboerderijen die nog niet gesloopt waren, restaureren en
voorzien van een inwendig verbeterde inrichting. |
|
Nieuw Helvoet, Smitsweg/Kerkring (1983)
De bijna volledige sloop van de in die streek
gebruikelijk eenvoudige woningenring rond de kerk, werd door het
gemeentebestuur betreurd. Besloten werd tot een zo goed mogelijke
reconstructie van de verloren bebouwing. Na een inspirerend werkbezoek aan
Woudrichem werd aan mij de opdracht daartoe verleend, die kwam te bestaan
uit de bouw van 21 ‘woningwet’woningen. |
|
Brielle, Werfje (1987)
Het succes van de huizen in Woudrichem en Nieuw Helvoet
leidde tot het plan van B&W om het al eeuwenlang braakliggende terrein van
een niet meer bestaand scheepswerfje door mij te laten bebouwen. Om de
kosten niet meer dan nodig te laten oplopen, moest het project minstens
dertien woningwetwoningen omvatten op een daarvoor eigenlijk te klein
terrein, dat in zijn vormgeving bovendien zou bijdragen aan de historische
sfeer van Brielle. |
|
Waalre, Dirck van Hornelaan (1973)
Voor het bewoonbaar maken en vergroten van een voor het
begin van de 20e eeuw typerend huisje, koos ik voor het herstel van het
huis dat vooral werd gebruikt als studie- en vergaderruimte, met
daarachter een geheel nieuw woongedeelte dat organisch met een eigen
gezicht aansloot op de achterliggende tuin. Beide delen van het gebouw
werden met elkaar verbonden via een tussenliggende entree met een royale
vestibule.
|
|
Princenhage, boswachterij in het Liesbosch (1976)
De boswachterswoning in het Liesbosch was met een kleine
uitbreiding al jaren in gebruik als café-restaurant. Op het nieuwe
bouwprogramma stond voor mij een verbetering van deze uitbreiding met
daarachter een stijlvolle vergroting. |
|
|
Princenhage, woonhuis Liesbosch (1977)
Een jaar daarna volgde een nieuw woonhuis voor de
eigenaar van de 'boswachterij', dat zich voegde in de historische en
landelijke omgeving. Rechts van de voorgevel is nog juist de achterzijde
van de nieuwe restaurantuitbreiding zichtbaar. |
|
|
Kerkstudie (1947)
|
|
|
In mijn studietijd en de daaraan verbonden
bouwervaring, ging mijn belangstelling sterk uit naar de historie en de
bouw van kerken en andere cultusgebouwen. Daarbij verdiepte ik mij ook in
de moderne praktijk van de ‘christocentrische’ visie waarin het kerkgebouw
eigenlijk maar bijzaak is. In een open veld zouden de gelovigen zich in
een ¾ cirkel opstellen rond het centrum van de eredienst. Het probleem is
dan hoe je daar een eenvoudig dak zó over heen maakt dat iedereen vrij
zicht houdt op het centrale punt. In 1947 vond ik
voor mijzelf de oplossing in de clustervorm van drie gelijkwaardige
intieme koepelruimtes die ik in alternatieven uitwerkte. De hier getoonde
maquette geeft daar een beeld van. |
|
|
Uitwerking (1947-1952)
Een van de modellen werkte ik verder uit in een financieel te
verantwoorden variant. Hiertoe verlaagde ik de bouwmuren. De ontworpen
koepelgewelven verving ik door sfeervolle zolderingen van (gewapende) 'perfora'
baksteen zoals die voor het eerst door mijn leermeester H.W.Valk werden
toegepast in de kerken van Boxmeer en Huissen. De koepels kregen er een
spanwijdte van 13 meter. De hoogte van de torenspits kwam op 25 meter. Er
was plaats voor 700 gelovigen die vanaf niet verder dan 14,50 meter ook
vrij zicht hadden op het altaar. Volgens de begroting van een in
kerkenbouw gespecialiseerde aannemer bleek dit gebouw voor minder dan
190.000 gulden te kunnen worden gemaakt.Mijn
vormgeving trok veel belangstelling en kreeg grote steun van de voor die
tijd modern denkende vooraanstaande geestelijken. Maar mijn ontwerp bleek
zijn tijd toch te ver vooruit, waardoor het ondanks de relatief lage
bouwkosten nooit tot uitvoering heeft mogen komen. Paradoxaal genoeg bleek
ik daardoor vooruit te lopen op de achteruitgang van het kerkbezoek,
waardoor de hoeveelheid overbodige kerkgebouwen in onze tijd een probleem
werd. |
|
Na de kerkstudie
Na mijn kerkstudie groeide ik ook naast mijn restauratiewerk steeds verder
in de richting van het beschermen van historisch waardevolle gebouwen en
monumentwaardige omgevingen. Zo bleef bijvoorbeeld nog in 1965 door een
van mijn acties zelfs het monumentale huis met daarin een gotische
schuilkerk in de Zwolse Nieuwstraat op het nippertje behouden.
|
|
Peize, Kerkstraat (1961)
In het dorp Peize (Drente) stond een zwaar verloederde
boerderij die al eeuwen naast de kerk werd gebruikt als dorps
ontmoetingscentrum. De sloop van de bouwvallige boerderij zou binnen
enkele dagen beginnen om plaats te maken voor een moderne supermarkt, toen
ik samen met mijn opdrachtgever (die de boerderij wilde kopen) en een door
mij gemaakt voorlopig restauratieplan kans zag de burgemeester er van te
overtuigen dat de boerderij moest en kon worden behouden. Dit kon mogelijk
worden gemaakt door de nodige subsidie te koppelen aan die van de in
restauratie zijnde romaanse kerk. In feite werkte deze constructie als een
wettelijk ‘beschermd dorpsgezicht’ avant la lettre. Een regeling die pas
later zou worden opgenomen in de nieuwe monumentenwet. Op de foto’s zijn
beide gebouwen nog in restauratie. |
|
Den Bosch, Simon Stevinweg (1954)
De pal zuid liggende woonkamergevel van dit huis is
boven de borstwering bijna geheel van glas. Hij is voorzien van een houten
luifel met onbeweegbare onderdelen. De maat van de luifel en de stand van
de houten schoepen zijn zó berekend dat er op midzomer geen zon het glas
kan bereiken en de constructie voor verkoeling zorgt. Met de
winterzonnewende kan alle zonlicht ongehinderd naar binnen schijnen en het
huis gratis opwarmen. De hoeveelheid zonnestraling loopt variabel mee met
alle gradaties tussen zomer en winter. Daardoor is de luifel een prettige
en goedkope voorloper van het tegenwoordige zonnepaneel.
|
|
Den Bosch, Buys Ballotweg (1958)
Deze bungalow staat in de buurt van het vorige huis in
het villawijkje achter het station. Zowel de voorbereiding als de vreemd
verlopen goedkeuring van het plan verliep vergelijkbaar met de gang van
zaken rond het hiervoor beschreven kerkgebouw, maar dan precies omgekeerd!
|
|
Den Bosch, inrichting Parade (1984)
Op de lijst van stedebouwkundige suggesties mag de
Parade natuurlijk niet ontbreken. Een toelichting op dit mijn al 25 jaar
oude plan staat beschreven in elk van mijn boeken. In dit plan is een aan
de omgeving aangepaste ‘markthal’ opgenomen met een open galerij er omheen
en binnen vier grote zalen op begane grond en verdieping, waaraan in die
omgeving voor het geven van algemene informatie behoefte bestaat.
|
|
Stedebouwkundige suggesties voor Den Bosch
|
|
In mijn ‘vrije tijd’ ontwierp ik voor ons
Comité Binnenstad en als gemeenteraadslid stedebouwkundige plannen met
suggesties voor o.a.
* de Visstraat als historisch plein,
* verzachting van het nieuwe Minderbroedersplein,
* geen garage onder de Parade, maar herstel van het plein,
* reconstructie van het Hinthamereinde ter plaatse van de brug over het
kanaal,
* sfeerherstel voor de Beurdsestraat en omgeving,
* terugdringen van het doorgaand verkeer in de Prins Bernhardstraat,
* verbeteren van het Tolbrugkwartier en het GZGterrein,
* herkenbaar maken van de historisch Hoge Nieuwstraat,
* de bouw van een parkeergarage in de bedding van de Zuid Willemsvaart,
* het vrijleggen en volledig herstel van het bastion Sint Antonie,
* een verkeersluwe inrichting maken van Zuidwal-Spinhuiswal-Parklaan als
vooral wandelgebied,
* bouw concertzaal niet onder de Parade, maar op de vrijgekomen lokatie
aan de Pettelaarseweg,
* het vrijkomende terrein aan de Parallelweg tot natuurgordel bestemmen en
aansluiten op de Vughtse gement.
Daarnaast ontwierp ik als raadslid vrijblijvend ter informatie een
alternatief stedebouwkundig plan zonder grote doorbraken met suggesties
voor herstel en verbetering van de stadsmurengordel, behoud van de
Binnnendieze en de uitbreiding van het beschermd stadsgezicht.
Tot nu toe kwam niet alleen de restauratie van de Binnendieze tot stand,
maar ook het grootste deel van mijn plan voor de Markt met zijn
stervormige bestrating en historische straatverlichting, dat later weer
werd gesloopt met inbegrip van het door de gemeente zelf herbouwde
puthuis. Wel werd het beschermd stadsgezicht fors uitgebreid.
|
|